Twee gezichten van... Nr. 43: De Trambrug Schipluiden
In de rubriek 'De twee gezichten van…' staan maandelijks
twee afbeeldingen centraal. De tekst van deze aflevering is
verzorgd door Marie Louise ten Horn-van Nispen van de Historische Vereniging
Oud Schipluiden. Henk Groenendaal maakte de foto anno 2006.
Reacties en suggesties van lezers zijn van harte welkom. Deze
maand deel 43.
De trambrug over de Vlaardingervaart was in het lijnennet van
de WSM, de Westlandsche Stoomtramweg Maatschappij, een bijzonder
object. Al in 1900 had ir. D.P. van Ameijden van Duijm de
opdracht gekregen om ontwerpen, bestekken en begrotingen te
maken voor de uitbreiding van het net, onder andere richting
Delft. Omdat het project kostbaarder was dan verwacht en de
onderhandelingen moeizaam verliepen, ontstond vertraging. Pas in
1910 kwam weer geld beschikbaar en konden de werken worden
aanbesteed. De trambaan Delft - Maassluis werd gegund aan
G.L.Buve te Haarlem. De kunstwerken in de lijn Delft -
Vlaardingervaart kreeg aannemer Ph. Haring uit Schipluiden
toegewezen en de onderbouw voor de Trambrug ging naar de 'Hollandsche
Maatschappij tot aanneming van werken in gewapend beton'. Die
besloot na grondboringen de brug niet te funderen op palen, maar
op grote bakken beton, die in het talud werden ingegraven.
Steeds weer werd beton gestort, aangestampt en aangevuld. Op de
bouwplaats stond een betonmolen, het betonijzer werd ter plaatse
op maat gemaakt en gevlochten. Uiteindelijk kostte de fundering
ƒ16.855,-.
|
Op basis van het bestek voor de bovenbouw van de trambrug werd
in juni 1910 een aantal bedrijven uitgenodigd offerte te maken.
Het werk werd een maand later gegund aan de 'Nederlandsche
Fabriek van Werktuigen en Spoorwegmaterieel' (Werkspoor), in
Amsterdam voor ƒ35.800,-. De brug werd in de fabriek gemaakt en
moest daar in een overdekte ruimte in elkaar worden gezet met
'tijdelijke schroefbouten' en door de WSM-directie worden
goedgekeurd. Van deze opstelling verscheen een foto in het
gedenkboek van Werkspoor uit 1916.
Nadat de brug in orde was bevonden, werd deze in november 1911
per boot naar Schipluiden gevaren om in elkaar gezet te worden.
Daarvoor waren steigers nodig in de Vlaardingervaart, waarvoor
de WSM in januari 1911 toestemming aan de provincie had
gevraagd. Aan de vergunning verbond de provincie een aantal
eisen voor de doorvaart en de doorgang van trekpaarden tijdens
de opbouw van de brug. Zo moest het jaagpad worden verlegd naar
het 'binnenbeloop' van de kade, worden bestraat met waalklinkers
en een vrije hoogte hebben van 2,5 meter. Langs de hele
omleiding moest een afscheiding worden gemaakt. Volgens het
bestek mochten de jaagpaarden niet worden gehinderd en moesten
de steigers 's nachts verlicht zijn "zoowel ten behoeve van
het verkeer over het jaagpad onder de brug als ten behoeve van
de scheepvaart".
De stalen brug is een zestig meter lange geklonken boogligger.
De hoogte is in het midden bijna 10 meter, de binnenboog 8 meter
en de portalen zijn bijna 6 meter. In de hele constructie zit
ruim 177 ton ijzer en staal en 12 m3 eikenhout (dwarsliggers en
voetpadstroken). Op de brug lag enkelspoor met aan weerszijden
een voetpad.
|
Aan de Duifpolderkant is de brug op de betonnen onderbouw
vastgezet, aan de kant van de Vlaardingsekade ligt hij op rollen
van gesmeed gietstaal, waardoor de constructie kan 'werken'.
In 1917 bleek de brug door zijn gewicht en de slappe ondergrond
enigszins verzakt. De firma W.Bijker uit Utrecht werd daarop
gevraagd het geheel 25 cm omhoog te halen en 11 cm oostwaarts te
verleggen.
Tot 1968 deed de brug dienst als trambrug. Toen werd het
goederenvervoer tussen Loosduinen en Den Hoorn stopgezet. In
januari 1969 kocht de provincie de trambaan tussen Schipluiden
en Westerlee, een paar jaar later volgde het stuk Schipluiden -
Den Hoorn. Sinds 1974 is de trambaan als fietspad in gebruik.
Dat bleek in een grote behoefte te voldoen, niet alleen voor
woon - werk en schoolverkeer, maar ook voor de groeiende
recreatie in de Randstad.
Ten slotte werd de trambrug aan de gemeente Schipluiden
overgedragen en samen met het stationnetje in Schipluiden op de
lijst van jonge Rijksmonumenten geplaatst.
In het Tramstation in Schipluiden is tot 9 september 2006
gelegenheid de tentoonstelling: "Een
halte in de tijd"
te bezoeken (woensdag en zaterdag 14.00-16.00 uur). Deze
tentoonstelling gaat over de geschiedenis van de Westlandsche
Stoomtramweg Maatschappij (WSM).
|
Meer informatie over de naamgeving van polders
en wegen is te vinden in het ‘Straatnamenboek
van de gemeente Schipluiden’ (de dorpen Schipluiden en Den
Hoorn en de buitengebieden)) Tekst: Marie Louise ten
Horn-van Nispen. Oude foto: Archief WSM.
Foto huidige situatie 2006: Henk Groenendaal. 'Midden-Delfland - Schakel' publicatie:
29 juni 2006.
Na publicatie worden de “Twee gezichten van…” ook op
internet gepubliceerd op adres: http://www.middendelfland.net/. |
|