Twee gezichten van... Nr. 47: Het gemaal van de
Dorppolder
In de rubriek 'De twee gezichten van…' staan maandelijks
twee afbeeldingen centraal. De tekst van deze aflevering is
verzorgd door Jacques Moerman van de Historische Vereniging
Oud-Schipluiden. Henk Groenendaal maakte de foto anno 2006.
Reacties en suggesties van lezers zijn van harte welkom. Deze
maand deel 47.
In 1515 was in de Dorppolder reeds sprake van een
molenmeester, die voor de inning zorgde van het molengeld, dat
gebruikt werd om de windwatermolen(s) te onderhouden. Het is
niet helemaal zeker of er toen al twee windwatermolens in de
polder stonden. In de loop van de zestiende eeuw is er sprake
van de Kleine en de Grote Dorppoldermolen. De Kleine Dorpmolen
stond in de noordoosthoek van de polder, niet ver van de
korenmolen Korpershoek. De Grote Dorpmolen bevond zich nabij de
Gaagweg, aan de laan die naar het adellijke Huis
te Dorp leidde. Deze ligging was niet toevallig. De heren en
vrouwen Van Dorp hadden belang bij de bouw van een
windwatermolen nabij hun kasteel. Om dezelfde reden stond de
Kerkpoldermolen, de oudste windwatermolen van Zuid-Holland,
nabij het kasteel
Keenenburg. In 1560 werd de Grote Dorpmolen afgebeeld door
de landmeter Jan Jansz. Potter, die op dezelfde kaart ook Huis
te Dorp tekende. In 1791 verwoestte een brand de Grote
Dorpmolen. Korte tijd later werd de molen herbouwd en kreeg hij
een vlucht van 27,20 m. Het scheprad had een diameter van 6,31
m. en een breedte van 0,43 m. |
Op de oude foto uit 1876 is te zien, dat
vlak voor de molen een stoomgemaal wordt gebouwd. De schoorsteen
staat in de steigers; links in het weiland bevindt zich een
tijdelijke bouwkeet. Toen het gemaal gereed was, werd omstreeks 1878
de Grote Dorpmolen gesloopt. In dezelfde tijd werd de Kleine
Dorpmolen buiten gebruik gesteld; deze molen bleef nog vele
jaren, weliswaar onttakeld, bestaan. Het stoomgemaal van de
Dorppolder dreef een scheprad aan met een diameter van 6,50 m en
een breedte van 0,70 m. Het gemaal had een vermogen van 40 pk,
dat geleverd werd door bouilleerketels. Het woonhuis van de
machinist staat op de fundering van de Grote Dorpmolen. In 1920
werd er overgeschakeld op elektriciteit en werd het scheprad
vervangen door een centrifugaalpomp. Vervolgens werd de
schoorsteen gesloopt. De kroonlijst en de bogen boven de ramen
van het gebouwtje doen denken aan het neoclassicisme. De
kroonlijst is fraai van vorm en geeft het gemaal een eigen
karakter. Het dak bestaat gedeeltelijk uit een afgeknot
schilddak. In de voorgevel bevindt zich een herdenkingssteen met
de tekst:
18 GESTICHT 76
Door het bestuur van den Dorppolder
Cs. van der Wel, voorzitter
Johs. van der Kooij
Cs. van der Wel Wz., leden
N. van Wijk, penningmeester
D. Verbaan, secretaris
Bijgestaan door de commissieleden
A.M. Schagen van Leeuwen
P. de Koning
W. Wijnaendts
den eersten steen gelegd 17 augustus 1876
door Cs. van der Wel, voorzitter
T. van Doll, bouwkundige.
|
Naast de bouwkundige aspecten van het gemaal is
ook de ligging, op ca. 100 meter van de Gaagweg, heel
karakteristiek. Veel oude gemalen verliezen hun functie door
nieuwbouw. Het is belangrijk dat dit soort bouwwerken, die de
geschiedenis van de bemaling laten zien, in het landschap
bewaard blijven.
Rechts van het dijkje en voor het gemaal ligt de voorboezem, het
water dat in verbinding staat met de Oostgaag. In de tijd van de
windbemaling stonden er geen bomen in de directe omgeving van de
watermolen. De bomengroep op de achtergrond van de oude foto
hoort bij de twee boerderijen op het voormalige kasteelterrein
van Huis te Dorp. |
Meer informatie over de naamgeving van polders
en wegen is te vinden in het ‘Straatnamenboek
van de gemeente Schipluiden’ (de dorpen Schipluiden en Den
Hoorn en de buitengebieden)) Tekst: Jacques Moerman. Oude foto:
Historische Vereniging Oud Schipluiden.
Foto huidige situatie 2006: Henk Groenendaal. 'Midden-Delfland - Schakel' publicatie:
23 november 2006.
Na publicatie worden de “Twee gezichten van…” ook op
internet gepubliceerd op adres: http://www.middendelfland.net/. |
|