Twee gezichten van... Nr. 95: De Paardenbrug en de Vlaardingsekade
In de rubriek 'De twee gezichten van…' staan maandelijks
twee afbeeldingen centraal. De tekst van deze aflevering is
verzorgd door Jacques Moerman van de Historische Vereniging
Oud-Schipluiden. Henk Groenendaal maakte de foto anno 2010.
Reacties en suggesties van lezers zijn van harte welkom. Deze
maand deel 95.
Op 1 november 1645 werd de trekschuitroute tussen Delft en
Maassluis in gebruik genomen. Aanvankelijk liepen de jaagpaarden
in Schipluiden langs de woningen aan de Vlaardingsekade. Dit gaf
veel overlast, waarna de stad Delft, die veel belang had bij de
veerdienst, voor een nieuwe brug zorgde tussen de Dorpsstraat en
de Vlaardingsekade. De houten brug over de Gaag werd gemaakt
door Leendert Sanders van der Coen en Pieter Pouwelsz. van der
Cleij. De kosten bedroegen 895 gulden. De waterovergang was
geschikt voor paarden. Omdat Delft de aanleg financierde, werd
de brug al snel 'Stats Brugge' genoemd. De locatie was slim
gekozen, omdat op dit punt nog geen huizen stonden aan de
Vlaardingsekade. De huidige gietijzeren Paardenbrug in
Schipluiden werd in 1870 gebouwd. De stad Delft vergoedde toen
nog de helft van de kosten, namelijk 430 gulden. Een kwart, 215
gulden, werd bijgedragen door de schippers van de vaste
veerschuiten, terwijl de gemeente Schipluiden voor het overige
geld en het onderhoud zorgde. Pas in de jaren vijftig van de
vorige eeuw stopte Delft met het meebetalen aan het schilderwerk
van de brug. De geregelde trekschuitdienst was aan het eind van
het jaar 1890 gestaakt, maar beurtschippers gebruikten nog
enkele tientallen jaren de kade als jaagpad. |
De oude ansicht uit ca. 1903 laat zien, dat er op
de Vlaardingsekade geen bomen stonden. Schipluiden was sinds het
midden van de negentiende eeuw ook een schippersdorp geworden en
de vaartuigen van de lokale schippers meerden af aan beide
oevers van de Gaag. Bomen zijn lastig voor de masten van de
schepen en het onderhoud van de zeilen. De scheepvaart bepaalde
tot de jaren vijftig van de vorige eeuw vooral in de weekenden
het dorpsbeeld van Schipluiden. Op de andere dagen waren de
vaartuigen veelal met vracht onderweg. De fotograaf heeft de
foto uit het begin van de twintigste eeuw dus op een
doordeweekse dag gemaakt. Gewoonlijk was het dan stil in de kern
van het dorp.
De belangrijkste bedrijvigheid in Schipluiden werd - net
zoals in Maasland - altijd bepaald door middenstanders en
ambachtslieden. Vanuit het dorp moest een groot achterland
verzorgd worden. Aan de zijde van de Dorpsstraat, die in de
Middeleeuwen 'Kerchwech' werd genoemd en daarna 's Heerenstraat'
(hoofdstraat), waren vanouds allerlei bedrijven gevestigd.
Minder bekend is dat ook langs het Kaatje (de Vlaardingsekade)
veel middenstanders een zaak hadden. De volkstelling uit 1839
laat zien welke beroepen in die tijd langs de kade werden
uitgeoefend, namelijk nachtwaker, scheepsmaker, rietdekker,
verver en glasmaker, kuiper, winkelier, schoenmaker, metselaar,
kleermaker, leerlooier, naaister, koopman en kastelein. Verder
woonden er werklieden en tuinlieden. |
In de jaren 1920-1940 was nog steeds een flink
aantal middenstanders aan de kade gevestigd, zoals een
schoenmaker (Meijer), een groenteboer (Vermeer), twee kappers
(De Geus en Haring), een boekdrukker (Vermeer), een kruidenier
(De Wit), een bakker (Holtkamp), een kleermaker (Put) en
schilder Simon Paul, die ook een winkeltje dreef. Tegenwoordig
bevinden zich aan de Vlaardingsekade nog een kapperszaak en drie
winkelpanden, namelijk voor kleding, sieraden en antiek.
De Paardenbrug is een aantal jaren geleden iets opgehoogd,
maar kan nog altijd door paarden worden gebruikt. Houten latjes
zorgen ervoor dat passanten niet van de brug afglijden. Links in
de Gaag is op de oude foto een oeverlandje zichtbaar, dat ook
wel met de naam ''t Groentje' werd aangeduid. Oorspronkelijk
lagen hier meer vlietlandjes, die eigendom waren van bewoners
van de Dorpsstraat. Ze zijn later allemaal weggebaggerd, maar de
strook water en de walkant in zuidelijke richting zijn nog
steeds voor een belangrijk deel particulier bezit. Dit verklaart
mede de aanwezigheid van een groot aantal bootjes en van het
paviljoen ''t Middelpunt'.
Literatuur
- L.M. Varekamp, 'Bewoning van Schipluiden omstreeks het
jaar 1840.' In: Nieuws uit het verleden. Schipluiden 1981,
85-99. Dezelfde persoon leverde gegevens over de jaren
1920-1940.
|
Meer informatie over de naamgeving van polders
en wegen is te vinden in het ‘Straatnamenboek
van de gemeente Schipluiden’ (de dorpen Schipluiden en Den
Hoorn en de buitengebieden). Tekst: Jacques Moerman. Oude foto:
Historische Vereniging Oud Schipluiden.
Foto huidige situatie 2010: Henk Groenendaal. 'Midden-Delfland - Schakel' publicatie:
24 december 2010.
Na publicatie worden de “Twee gezichten van…” ook op
internet gepubliceerd op adres: http://www.middendelfland.net/. |
|